Marken

Gemeenschappelijke gronden - ongecultiveerde gronden - waren belangrijk in de vroegere landbouw. Boeren lieten hun vee niet alleen op privégronden grazen, maar ook op de woeste gronden. Zo konden zij voldoende beesten houden om voldoende mest te kunnen produceren voor de bouwlanden en konden de boeren voldoende plaggen steken. De toenemende bevolking leidde ertoe dat de gemeenschappelijke gronden in gevaar kwamen; ze moesten beschermd worden tegen cultivering. In de 13e eeuw werden in Oost-Nederland marken opgericht om deze woeste gronden van een dorp te beheren en te beschermen.

Markeboeken

De zelfstandige boeren, ook wel volle erven genoemd, sloten zich aaneen en eigenden zich de woeste gronden toe. Anderen werden uitgesloten van het vee weiden en plaggen steken, of kregen beperkte rechten in de markegronden. Hoe de gang van zaken was binnen een marke, is terug te lezen in de markeboeken. In deze boeken zijn verslagen van markevergaderingen opgenomen en worden mededelingen gedaan over het beheer, onderhoud (wegen, hekken, dijken, watergang), controles op ontginning en de behandeling van verzoeken om toe te mogen treden tot de marke. Ook was er de rekening en verantwoording van de schutter, de man die vee dat onrechtmatig gebruik maakte van de markegronden opsloot tot er betaald werd.

Voorzitter van de marke was de markerichter. Vaak was deze functie verbonden aan een bepaald erf, in dat geval erfmarkerichter genoemd.

Markerecht

De markegenoten moesten zich houden aan het markerecht. In het markerecht werden regels over het onderhoud van de gronden en de verplichte vergaderingen vastgelegd. Ook stond genoteerd hoeveel stuks vee iemand in een bepaalde periode op de woeste gronden mocht weiden.

Rond Zutphen hebben de markegenootschappen tot aan het begin van de 19e eeuw bestaan.

Kaart van voormalige marke Voorstonden rond 1900.
Kaart van voormalige marke Voorstonden met hierop erve De Vos, waar ook markevergaderingen werden gehouden.

Van welke marken heeft het RAZ het archief

Soms zijn er aparte markearchieven, soms zijn de stukken betreffende de marke opgenomen in een huisarchief. Zo bevinden zich in het archief van Huis Hackfort (Gelders Archief) stukken over de marke Warnsveld en omgeving. Ook in gemeentearchieven zijn stukken te vinden over de marken in de betreffende gemeenten. Dit zijn veelal stukken uit de 19e eeuw die te maken hebben met de markeverdeling. Om het overzichtelijk te houden, is er voor gekozen alleen de belangrijkste archieven te noemen in het overzicht.

Overzicht van de marken en hun archieven

Transcripties

Literatuur

  • G.J. Beuzel, De marke Verwolde, Laren en Oolde; drie buurtschappen in één marke (1500-1880) (Aalten 2000).
  • H.B. Demoed, Mandegoed, schandegoed; een historisch-geografische beschouwing van de markeverdelingen in Oost-Nederland in de 19e eeuw (Zutphen 1987).
  • H.B. Demoed, 'Marken rond Zutphen', Oud-Zutphen, Tijdschrift van de Historische Vereniging Zutphen (Zutphen 1984) 57-62.
  • J. de Graaf, 'De mark van Hall en Eerbeek', BMG XXXVII(Arnhem 1934).
  • J. de Graaf, 'Uit het archief der marken van Almen en Harfsen', BMG XLII 121-186.
  • J. de Graaf, 'De marke van Eschede', Archief, III-4 (1949) 327-346.
  • J. de Graaf, 'De marke van Epse en Dommer', BMG LV(1956) 57-82.
  • H.J. Hiddink, De Nettelhorst; geschiedenis van het kasteel en de marke Nettelhorst-Langen (Borne 1991).
  • J.J.S. Sloet, Geldersche markerecht. Deel 2: Graafschap, Werken Oud-Vaderlandsche Rechtsbronnen 15 (Den Haag 1913).
  • A.H. Martens van Sevenhoven, Geschiedkundige atlas van Nederland. De marken in Gelderland (Den Haag 1925).